In gesprek met… Van den Heuvel

Jos van den Heuvel

Jos van den Heuvel is een kunstenaar die je laat wegdromen. Zijn schilderijen zijn een poort naar een belevingswereld waarin je kan verdwijnen. Niet voor niets is Jos van den Heuvel in juni kunstenaar van de maand. Margreet en Anne gingen bij hem op bezoek in het atelier. In dit verslag nemen ze je mee naar lommerrijke heuvels, oneindige gangen, getallenreeksen en kleurexplosies. Ga je mee verdwalen in de creatieve geest van Jos van den Heuvel? Lees dan verder en maak kennis met deze fascinerende kunstenaar.

Met Jos hebben we afgesproken dat hij vanaf de eerste etage op de uitkijk zal staan. Mobiel is hij niet erg bereikbaar, zoals je kan indenken bij een kunstenaar pur sang. Vlakbij de trap van een schoolgebouw parkeren we onze fietsen. Daar is zijn atelier gevestigd. Terwijl we voorzichtig om ons heen kijken, zien we vanuit onze ooghoek een man verschijnen. Hij stapt beheerst naar buiten en houdt de deur open. “Bent u Jos van den Heuvel? Ja? Aangenaam, wij zijn van de Kunstuitleen!” Wij volgen Van den Heuvel gedwee via leistenen traptreden en houden ons vast aan brede balustrades, om uit te komen in een lichte ruimte, waarin hij zijn schilderijen maakt. Jos is akkoord met tutoyeren: “Dat praat net makkelijker hè!”

Voordat we starten met het gesprek wil Jos – gekleed in een canvas kleurig tenue, waar geen spatje verf op is te bekennen – een paar zaken doornemen. Hij heeft een tweetal, bescheiden, wensen. Of we het woord ‘werken’ niet willen gebruiken. Dat is voorbehouden aan grote componisten of aan kunstenaars als Rembrandt. “Van personen van dit formaat zeg je: dat is het werk van Beethoven, of Miles Davis of het werk van Van Gogh. Ik heb het liever over mijn ‘schilderijen’, is dat goed? Verder: liever maak ik niet de vergelijking met het surrealisme. Ik spreek bij voorkeur over ‘figuratieve landschappen’.” Hier wordt het spannend, zeggen we tegen Jos. Want, want wat voor wereld schuilt er achter deze voorbehouden? Mogen we je daar een paar vragen over stellen? “Vraag maar raak, je mag aan mij alles zeggen en vragen.”

Liever spreek je niet over jouw ‘werk’. Voelt dat voor jou soms te pretentieus?
“Ja, precies, dat, te pretentieus. Het past me niet om die eer mezelf toe te eigenen. Ik schilder maar, en ik ben nog niet zo beroemd.” Maar Jos, je bent onze kunstenaar van de maand, omdat je wat ons betreft echt, prachtige, werken maakt! “Ja, bedankt, maar ik ben er niet comfortabel mee.” Is dat niet aan anderen om te bepalen welke eer je toekomt? “Tja, misschien wel ja.” Jos richt zijn blik op ons, en je kan zien dat hij even diep nadenkt over ons gesprek, en wij vervolgen het met nog een vraag. Wanneer denk je dat de eer je wel toekomt? Als je er niet meer bent, soms? Jos valt even stil en mompelt zachtjes “Misschien dan pas, ja.” Het is een gek principe, dat sommige artistiekelingen pas na hun overlijden naam en faam verdienen van het grote publiek, en sterker nog: van zichzelf. Hoe dan ook, in Jos treffen de we de bescheidenheid zelve. Ongepolijst en oprecht, zijn Van den Heuvel’s eisen. Wij willigen die graag in, ook al zijn we erg onder de indruk van zijn ‘schilderijen’.

Kijkend naar je creaties, dan kan je er niet omheen: dit ademt Dali, Magritte; surrealisme. Als je geen surrealist bent, wat dan wel? Help ons! En de lezers!
Jos wiebelt op zijn stoel, kijkt om zich heen en wijst naar een prachtig, haast buitenaards, schilderij. “Kijk, ik zie de vergelijking ook. Ik word zeker geïnspireerd door kunstenaars als René Magritte, Max Ernst en Paul Delvaux. Ik heb minder met Dali, en wordt liever niet met hem vergeleken. Maar (en hij richt zich op een ander schilderij in zijn atelier), dit is bijvoorbeeld helemaal niet surrealistisch; het is eerder een ’gewoon’ landschap, zie je wel? En dat andere werk (hij wijst wederom en neemt ons er mee naartoe) dat heet de ‘oneindige gang’. Vinden jullie het hert niet te veel?” Wij zijn haast overrompeld door de schoonheid van wat hetgeen op ons netvlies binnenkomt. Tegen een hemelsblauwe achtergrond tekent zich een strak licht lijnenspel af, een glazen bolwerk, waarin je tot in de verte tuurt. Voorzichtig kijkt er een diertje in de gang, die op het punt staat om de oversteek te maken, vanuit een vredige groene weide. “Het is eigenlijk een ree.” Wij uiten onze verwondering en enthousiasme. Het is een doek dat in je geheugen blijft, zoals alleen hele bijzondere schilderijen dat doen.

Is het misschien soms dat jij, als kunstenaar, niet in een hokje wil worden gestopt, maar bepaalde schilderijen wel in een hokje passen?
“Ja. Dat is het misschien wel ja.” Ok. Dan met jouw goedvinden, beschrijven we je oeuvre op deze wijze, goed? “Dat is helemaal prima! Weet je wat het is, het classificeren van een kunstenaar in een bepaalde school of stroming is passé, oubollig. Het loopt tegenwoordig allemaal vloeiend door elkaar heen, mede door de komst van het internet en de verbondenheid die dat meebrengt. En dat is mooi.
Ik laat me inspireren door een rijk palet aan schilders, zoals Edward Hopper, William Turner tot Jan Weissenbruch.”

Nu deze zaken zijn besproken, en we een rondleiding hebben gehad door zijn weelderige collectie, starten we ‘echt’.

Wanneer heb je besloten dat je kunstenaar wilde worden?
“Toen ik veertien jaar was (red. Jos is nu 53 lentes jong). Ik heb altijd al getekend, als kind. Ik haalde inspiratie uit rijk geïllustreerde kaften van science fiction boeken. Die boeken las je op die leeftijd.”

Welke opleiding(en) heb je gedaan?
“Ik heb aan de Koninklijke Academie voor de Beeldende Kunsten (KABK) gestudeerd in Den Haag. Daarna ben ik overstapt naar de Willem de Kooning in Rotterdam, waar ik de richting Computer Graphics volgde. Moet je nagaan, je had thuis nog geen computer, en zat op de academie illustraties te maken. In het klaslokaal stond een p.c. Ik maakte technische illustraties, grafieken en grafische beelden. Het was iets nieuws, wat ertoe deed, waarin toekomst zat. In 1988 was de Willem de Kooning de eerste academie die deze richting aanbod. Overigens, ik volgde er ook schilderlessen.”

Heel iets anders, wat voor abstract schilderij is dat, daar (wij wijzen)?
“Dat is een telsysteem. Het is opgebouwd aan de hand van een logisch systeem. Het bestaat uit vakken en kleuren, en elke kleur correspondeert met een bepaald getal en een daarmee verbonden kleur. Met een computer kan je oneindig variëren met dit soort patronen, en dat omzetten in een schilderij. Na de academie heb ik een tijd lang dit soort systemen gemaakt. Ik zat vervolgens in tweestrijd. Ga ik door met deze technische stroming, of gooi ik het over een andere boeg? Ik heb diep nagedacht en kwam tot het besef dat mijn hart ligt bij waar ik ben gestart, op veertienjarige leeftijd. De essentie. Ik wilde weer terug naar de fantasievolle benadering en dat tot uiting brengen. Hier kon en kan ik mijn artistieke creativiteit in kwijt. Er is eigenlijk geen week dat ik niet schilder. Als ik niet schilder, dan voel ik me op een bepaald moment niet goed. Het is andersom voor mij dus een must om te schilderen. Een vlucht naar de verbeelding.”

Waar haal je jouw inspiratie uit?
“Uit de natuur. Ik wandel veel en graag. Ik neem het in me op.”

Hoe ga je te werk, als je een schilderij maakt?
“Ik maak eerst een potloodschets op een klein formaat papier, en zet de compositie daarna op een paneel neer. Ik schilder niet op een doek. Soms maak ik wel drie of vier schetsen, voordat het ‘klopt’. Waar ik dan op let? Er moet voldoende ruimte blijven. Daarna vul ik grote vlakken met olieverf en werk steeds fijner, totdat het gereed is.” Jos laat een werk in wording zien. “Sinds kort experimenteer ik trouwens met draaiende vormen. Ik plaats verf op een stuk plexiglas in een vloeiende beweging. Dat druk ik daarna als een soort stempel op de schets. Ook gebruik ik, schrik niet, weleens een heet strijkijzer. Om vormen te plaatsen die ik daarna verder bewerk.” Jos wijst op een schilderij waarbij hij deze techniek heeft gebruikt. De figuren zijn inmiddels getransformeerd tot organische vormen waarvan je met heel veel moeite nog kan zien waar ze hun herkomst aan danken; Jos zijn inventiviteit.

Wat is je favoriete film?
“De laatste der Mohikanen (1992). De landschappen zijn er fantastisch.”

Zet je dan het geluid uit?
“Nee, haha. De film is ook leuk. Het is echt zo’n Western. Prachtig, de vlakten, de bossen en het geluid.”

Wat denk en wil je dat leners ervaren als ze naar een schilderij van jou kijken?
“Ik denk dat het heel persoonlijk is. Je kan er veel in zien. Ik hoop dat ik iemand kan stimuleren om even weg te dwalen van de dagelijkse realiteit. Zelf vind ik dat het mooie aan kunst, en dat gevoel gun ik anderen ook.”

Heb je een tip voor beginnende kunstenaars?
“Mijn tip voor een startende kunstenaar is: denk goed na over wat je écht graag wilt doen, artistiek gezien. Kies iets wat bij je past. Richt je daar vol overgave op, gedurende een jaar of tien. Dat lijkt lang, maar daarna kan je pas echt de balans opmaken. Het is belangrijk om het proces eerst een kans te geven om daarna te kijken of het – voor jou als kunstenaar – werkt.”

Je bent heel erg populair bij jongere leners, dat valt op. Als er kinderen in de Kunstuitleen komen, staan ze gefascineerd te kijken naar de fantasiewerelden in je schilderijen. Kan je daar wat bij voorstellen? Overigens, je hebt ook veel volwassen bewonderaars, waaronder ons.
Ja, bedankt zeg! Ik heb het vaker gehoord, dat kinderen geïnteresseerd zijn in wat ik maak. Het verbaast me niet, want kinderen hebben vaak een onbevangen, levendige fantasie. Het is mooi dat ik mensen daarin kan stimuleren. Ik vind het leuk om te horen. Daar doe je het uiteindelijk voor!

Bedankt Jos, we blijven genieten van je kunst, die ons laat verwonderen en verdwalen naar prachtige oorden.

Speciaal voor de lezers: Jos van den Heuvel heeft het schilderij ‘oneindige gang’ tijdelijk beschikbaar gesteld. Het is te zien op de tentoonstelling op de eerste etage van de Kunstuitleen, tot en met 8 juli.

Tekst en foto’s: Anne Schaap en Margreet Lont.
juni 2017

Nieuwsbrief
Kunstuitleen Voorburg
ontvangen

* verplichte velden


Nieuwsbrief archief

Site by Alsjeblaft!