In gesprek met… Lima
Lego Lima
Tekst: Mélanie Struik
De linosnedes van Lego Lima zijn krachtig, helder en kleurig. Het zijn vaak ook vrouwfiguren. Dat zag ik al op haar website maar toen ik haar atelier binnenkwam helemaal. Omdat je op een site de grootte van een werk niet kunt zien, is het effect van de stevige formaten des te sterker als je het werk in het echt ziet. Ik ben nieuwsgierig geworden naar het verhaal van deze van oorsprong Braziliaanse kunstenares die inmiddels al dertig jaar in Nederland woont. Haar leven heeft een sterke cross-culturele component die in haar werk weerklinkt.
Lego Lima, A Menina de Ouro de Ouro Preto, 2024, linosnede, 200 × 60 cm
Fijn dat ik haar mag bezoeken op haar atelier want grafica Lego Lima wordt kunstenaar van de maand april/mei bij Kunstuitleen Voorburg en dat trappen we af met een interview. Dus toog ik naar een broedplaats van kunstenaars in Amsterdam-Oost, waar Lego de deur stralend opendoet en mij bij de thee trakteert op een heerlijk aardbeientaartje. Zoals altijd start het gesprek meteen met allerlei interessants terwijl ik mijn jas nog aan heb en mijn laptop nog niet open, maar allereerst maak ik een rondje foto’s van het atelier. Er staat ook een pers zodat Lego helemaal zelfvoorzienend is bij het maken van haar werk. Dit is de plek waar ze dat de laatste zestien jaar heeft gedaan.
Lego Lima heeft een onderzoekende geest. Als puber reisde ze al van hot naar her door haar moederland Brazilië op zoek naar, ja, naar wat? Inmiddels weet ze dat de toen onbewuste drang om op pad te gaan, te maken had met een zoektocht naar haar eigen Afrikaans-Braziliaanse roots.
Lego in haar atelier (foto: Mélanie)
Lego Lima is in 1969 geboren in Ouro Preto in het Zuid-Oosten van Brazilië : “De naam van de stad betekent ‘zwart goud’ wat slaat op de vele bodemschatten daar zijn: goud, diamanten en topaas. Het is de grootste stad en voormalig hoofdstad van de deelstaat Minas Gerais (letterlijk ‘algemene mijnen’). Daar kwamen veel goudzoekers op af. Het land werd rond 1500 gekoloniseerd door de Portugezen en maakte de oorspronkelijke bevolking tot slaaf. In de zeventiende eeuw kwam er een levendige handel in slaven op gang, vooral uit Afrikaans Angola en Congo en juist vanuit die landen omdat zij ervaring hadden met werken in mijnen.
Veel tot slaaf gemaakten uit de rest van de wereld werden te werk gesteld op de koffie- en suikerplantages. Zo ook in de zeventiende eeuw op de suikerplantages van de Nederlandse West-Indische Compagnie (WIC) in het noorden van het land. Deze mensen mengden zich met de inheemse bewoners waardoor er verschillende gemengde culturen ontstonden. De slavernij werd in 1850 afgeschaft. Aan het begin van de twintigste eeuw migreerden nog eens ruim anderhalf miljoen arme en werkeloze Japanners naar Brazilië. Ook zij bleven en mengden zich met de plaatselijke bevolking. Mijn vader is een nazaat van tot slaaf gemaakten uit Afrika en werkt als meubelmaker, mijn moeder heeft een Portugees-Italiaanse afkomt en is huisvrouw. Ik heb twaalf broers en zussen.”
Lego Lima als jong meisje met Ouro Preto op de achtergrond (archief Lego Lima)
“Ik dank mijn ontwikkeling tot kunstenaar aan de mogelijkheden die mijn geboortestad mij bood. Als kind ging ik in de ochtend naar school om te leren lezen en schrijven en in de middag naar een andere school waar allerlei kunstvakken werden gegeven, de Fundação de Arte de Ouro Preto (FAOP). Ik heb vijf jaar tekenles en les in beeldhouwen, schilderen, muziek, grafiek, restauratietechnieken en theater gehad. Alles was gratis maar dat is nu niet meer zo. Na vijf jaar was ik klaar met tekenen en zocht ik naar een ander medium waarin ik mijzelf kon uitdrukken. Ik had heel sterke beelden en koos grafiek omdat ik dat een heel democratisch medium vond: ik wilde mijn werk delen en in grafiek kan ik meerdere afdrukken maken.
In Brazilië werkten we heel ambachtelijk. Er was een traditie van houtsneden, waarvoor we zacht hout gebruikten. Die techniek kwam overigens ook met de kolonisatoren mee uit Europa. Etsplaten hadden we niet en ook geen linoleum, dat is iets heel Europees. We gebruikten hardboard. Persen hadden we ook niet, we brachten verf aan op het bewerkte hardboard, legden daar papier over heen en moesten dan heel hard drukken, bijvoorbeeld met de achterkant van een pollepel, om tot een goede hechting van de verf op het papier te komen. Dat was heel arbeidsintensief waarbij we er voor moesten zorgen dat het papier op zijn plaats bleef anders kon je weer opnieuw beginnen. Dit zorgde ervoor dat we niet op groot formaat konden werken en alleen in zwart-wit, met kleur werken zou veel te complex worden.”
Lego Lima, Zelfportret, Poisson, Ninho de Aranha, O Homem de Duas Cabeças 1988, linosnedes, (formaten 20×29 cm ea}
“Deze gebeurtenis veranderde mijn hele leven ingrijpend: ik ontmoette op de expositie een Nederlandse journalist die door Brazilië reisde en we werden verliefd. Dat was in 1991, ik was 23 en hij 27. Ik maakte mijn studie daar niet af want we verloofden ons en reisden in 1992 naar Nederland. Dat is nu 30 jaar geleden. Ik begon meteen met Nederlands leren, ik sprak geen Engels, en sloot me aan bij het Amsterdams Grafisch Atelier. Daar kon je gewoon werken en hadden ze persen. Soms werkten we met dertig man tegelijkertijd, dat was natuurlijk fantastisch.”
Lego aan het werk in het Amsterdams Grafisch Atelier (archief Lego Lima)
“Mijn onbewuste zoektocht in Brazilië was ook geworteld in een fascinatie voor culturele verscheidenheid en die verscheidenheid in culturen vond ik ook in Nederland. Nederland was voor mij heel bijzonder. Er waren hier zoveel verschillende mensen en van zoveel verschillende culturele achtergronden. Ik werd en word daar nog steeds heel blij van. Ik ging hier in mijn werk heel veel kleuren gebruiken want ik zag kleurrijke mensen, en de natuur hier is ook zo kleurrijk, bijvoorbeeld in de lente. Achteraf denk ik dat ik misschien wel weg moest uit Brazilië om hier kleur te kunnen vinden. Mijn collega’s op het Grafisch Atelier werkten veel ingetogener en abstracter en ik ging vol voor het figuratieve. Het Grafisch Atelier is diverse malen verhuisd tot aan Haarlem aan toe, waar het atelier én de locatie uiteindelijk werden opgedoekt. Alles werd verkocht en ik kon deze pers overnemen. Toen kreeg ik dit atelier, nu zestien jaar geleden, en sindsdien ben ik zelfvoorzienend.”
“Ik ging onderzoek doen naar de voor mij onbekende Europese kunstenaars. Ik bezocht het Cobra-museum in Amstelveen en trof daar werk van de kunstenaar Jef Diederen. Die schreef gedichten die mij erg inspireerden. Ik ging ook op reis door heel Europa en bezocht musea. Ik deed onderzoek naar Picasso en er ging een nieuwe wereld voor me open.”
Afb. A Lego Lima, Serie relaties I, 1995, linoleumsnede, 140×90 cm Afb. B Lego Lima, Anaïs Nin, 1997, linosnede, 140 × 120 cm Afb. C Lego Lima, Vrouw van de wallen, 1997, linosnede 110×50 cm, geïnspireerd op Picasso’s Les Demoiselles d’Avignon Afb. D Lego Lima, O Belo Novo, ondertitel O belo esta na forma da vida, linosnede, 2000, 140×100 cm
“Het waren goede jaren tot aan de financiële crisis in 2008. Het jaar 2009 was heel moeilijk voor mij en ook de SBK stopte met aankopen. Niets mocht meer worden aangekocht. Toen ben ik veel lessen en workshops gaan geven op scholen en andere plekken en dat is nu bijna 70 % van mijn inkomen. Ik had tot voor kort een tijdelijke galerie voor twee jaar in het centrum van Amsterdam en dat liep heel goed. Daar konden mensen ook het formaat van mijn werk zien, dat is anders dan dat je een plaatje op internet ziet. Ik wil graag weer een eigen plek en zoek daar een compagnon voor.
Ik ga vaak terug naar Brazilië om mijn werk daar te laten zien. Ik heb ook nog steeds contact met mijn professor in Sao Paulo. Regelmatig neem ik Nederlandse kunstenaars mee of komen Braziliaanse kunstenaars mee terug. Ik hou van uitwisselen. Ik heb net een mooie reis gemaakt met een jonge Nederlandse muzikante die Braziliaanse en Japanse roots heeft, ze is de dochter van een Nederlandse vriendin. We waren te gast – als artists in residence – in een prachtig boeddhistisch klooster in de bergen. Alles was verzorgd, het verblijf en ook het eten en drinken. Daarna heb ik geëxposeerd in een mooi museum, het Palacete das Artes in Salvador, en educatieve projecten gedaan in het museum.
Was mijn zoektocht in eerste instantie onbewust, nu weet ik dat ik op zoek was en ben naar mijn eigen Afrikaanse roots en onderzoek ik het Afro-Braziliaanse in het land. Doordat er in de koloniale tijd zoveel tot slaaf gemaakte mensen uit Afrika werden gehaald, is dat een grote groep in de Braziliaanse samenleving. Heel lang heeft deze groep officieel haar eigen cultuur niet mogen uitoefenen, maar daar vonden ze wel sluipweggetjes voor. Er was vaak een grote afstand tussen de plekken waar de kolonisten woonden en de tot slaaf gemaakten. Op de plekken waar deze laatsten woonden was daardoor een relatieve vrijheid: daar spraken ze hun eigen taal en leefden ze naar hun eigen culturele gewoonten. Het bijzondere is dat dat Afrikaanse eigenlijk al in mijn werk zat. Een vriendin van mij zag op een tentoonstelling in New York Afrikaanse maskers. Ze moest meteen aan mijn werk denken en stuurde mij een foto. Ik zag het ook.”
Lego Lima, Atlantico, 1993, linosnede, 96×54 cm
“Ik maak ongeveer acht werken per jaar en per werk drie of vier afdrukken. Ik maak tussendoor veel schetsen en werk op dit moment aan vijf nieuwe werken voor de expositie bij Kunstuitleen Voorburg. Ik werk op papier en op schilderdoek en soms op katoenen doek. Dat is licht materiaal en transparant wat iets met het werk doet. Ik experimenteer ook met Japans papier, dat is heel dun en transparant. Mijn basis is linoleum waar ik de uitsnedes in maak. Daarna maak ik op de pers de afdruk met één of meerdere kleuren (afb. 17). Het werken met de pers lijkt zwaar maar dat is het niet, het is goed te doen. De verf die ik nu gebruik is op waterbasis, werken met olieverf mag niet meer. Lastig is dat daardoor afdrukken op schilderdoek nu moeizamer is. Dat is geprepareerd waardoor het water er van afloopt. Dat moet ik nu fixeren met een lak.”
De verf (foto: Mélanie)
“Gebrek aan inspiratie heb ik niet. De vrouwfiguur speelt een grote rol in mijn werk. Voor mij is de vrouw de basis van het bestaan: zij geeft het leven, zonder vrouwen is er geen voortbestaan van de maatschappij. In de natuur is de man vaak mooier, zijn vrouwen niet de eyecatchers, dat is ook zo in de wereld van de vogels. In de Romeinse tijd werd het mannelijk lichaam gecultiveerd, maar in deze tijd is de vrouw de eyecatcher. Vaak denken mensen als ze mijn werk zien dat ik lesbisch ben of dat mijn werk is gemaakt door een mannelijke kunstenaar. Het is niets van dat alles: ik vind de vrouw gewoon mooi, dat feminine en sensuele. Ik vind deze tijd ook zo mooi, er is zoveel diversiteit. Ik maak nu een werk van een vrouw met regenboogharen: alle (huids)kleuren doen mee. Het thema waar ik me nu mee bezig houd heet dan ook ‘praten met het lichaam: falando com o corpo’.”
Lego Lima, Falando com o Corpo 1, 2024, linosnede, 160 × 110 cm
“Ik heb onlangs een studie filosofie van vijf jaar afgerond aan een Braziliaanse universiteit met dependances in Europa. Dat ging deels digitaal. Ik ben geïnteresseerd in de vraag hoe je het begrip over wat kunst is en betekent voor de samenleving kunt vergroten. Ik ben nu veertig jaar bezig en hoor mensen zeggen ‘jij bent alleen maar bezig met kunst, dat is best elitair en is niet direct nodig voor het dagelijks leven’. Voor mij is kunst juist een waardevol gereedschap voor reflectie, voor vragen over het leven, over ethiek en moraliteit. Ik leef in de maatschappij en beweeg mee met alles wat er speelt in de wereld. Ik hoor het rumoer en dat verwerk ik in mijn werk. En daarover ga ik in gesprek met jong en oud tijdens de workshops en andere educatieve projecten die ik organiseer.”